Hechtingsstijlen en de invloed op jouw relatie door de lens van het zenuwstelsel.
Voel je je in sommige relaties veilig en ontspannen, terwijl andere juist onzekerheid of een behoefte aan afstand oproepen? Misschien vraag je je af waarom je steeds in dezelfde dynamieken terechtkomt. Het goede nieuws: dit ligt niet aan jou, maar aan de manier waarop je zenuwstelsel verbinding ervaart. Je hechtingsstijl is meer dan een simpel label – het is een diepgeworteld patroon waarin je lichaam en brein reageren op nabijheid en relaties.
Als holistisch psycholoog kijk ik naar hechtingsstijlen vanuit verschillende perspectieven. Waarom vormt een bepaalde hechting zich? Wat levert een bepaalde hechtingsstijl je op? Wat gebeurt er in je lichaam en zenuwstelsel? Welke invloed heeft het familiesysteem op jouw hechtingsstijl en relatiepatronen?
Wat zijn hechtingsstijlen?
Hechtingsstijlen zijn de patronen die we als kind ontwikkelen in relatie tot onze primaire verzorgers. Deze patronen bepalen grotendeels hoe we ons als volwassene hechten aan anderen. Vanuit de hechtingstheorie kennen we vier stijlen:
Veilige hechting – Je voelt je prettig in relaties en vertrouwt op de beschikbaarheid van de ander.
Angstige hechting (verlatingsangst) – Je zoekt voortdurend bevestiging en bent bang om verlaten te worden. Jouw manier van veiligheid zoeken in relaties is door de ander dichterbij te halen.
Vermijdende hechting (bindingsangst) – Je houdt liever emotionele afstand en ervaart intimiteit als benauwend. Jouw manier van veiligheid zoeken in relaties is door afstand te nemen als er geen harmonie is.
Gedesorganiseerd – Je ervaart zowel een sterke behoefte aan verbinding als een diepe angst ervoor. Je gebruikt strategieën van zowel de angstige als vermijdende hechtingsstijl in relaties. Deze hechtingsstijl ontstaat doordat er wel hechting was, maar ook veel onveiligheid, zoals een onvoorspelbare ouder, een ouder met psychische problemen, een omgeving met (emotioneel) geweld of onrust.
Als je veilig bent gehecht dan voel je voldoende veiligheid in jezelf om volop in het leven te staan en deel te nemen aan wederkerige relaties.
Deze stijlen ontstaan niet willekeurig. Ze zijn gevormd door de manier waarop je verbinding kon krijgen en houden met belangrijke personen zoals je moeder, vader, broers/zussen of andere mensen die dichtbij stonden. Hechting is een levensbehoefte voor kinderen. Als er onvoldoende veilige hechting beschikbaar is leren kinderen zich aan te passen door bijvoorbeeld zich af te gaan sluiten of heel erg hun best te gaan doen om toch goedkeuring en aandacht te krijgen. Deze patronen nemen we mee in ons volwassen leven.
Het zenuwstelsel en hechting
Als kind leren we niet alleen door woorden, maar vooral door het voorbeeld dat ouders geven: wordt er in behoeftes voorzien, hoe is de lichaamstaal, stemintonatie en de emotionele staat van onze ouders. Het zenuwstelsel vormt zich onder deze omstandigheden tijdens het opgroeien. Ons zenuwstelsel stemt zich af op dat van een ander. Kinderen reguleren hun zenuwstelsel met hulp van een gezonde volwassene, dat heet coregulatie. Als dat voldoende beschikbaar is kan het kind veilig gehecht raken, waardoor het zenuwstelsel goed in staat is om te functioneren (binnen the window of tolerance). (Lees hier meer over the window of tolerance en een goed functionerend zenuwstelsel).
Bij een veilige hechting heeft je zenuwstelsel geleerd dat nabijheid en afstand beide oké zijn. Je kunt emoties verwerken zonder overweldigd te raken. Je voelt voldoende veiligheid in jezelf en bij de ander.
Bij verlatingsangst ervaart je zenuwstelsel een constante staat van alertheid: “Ben ik veilig? Blijft de ander bij me?” Dit kan een verhoogde activiteit van het sympathische zenuwstelsel veroorzaken (vecht- of vluchtmodus). De basishouding is alleen ben je niet ok, samen of bij de ander ben je wel ok.
Bij bindingsangst reageert het zenuwstelsel juist met de neiging om afstand te nemen (vlucht- of bevriezingsmodus). Verbinding voelt als een bedreiging, dus emotionele nabijheid wordt instinctief vermeden. De basishouding is jij bent met jezelf ok, met de ander ben je niet ok.
Bij een gedesorganiseerde hechting wisselt het zenuwstelsel tussen hyperactivatie en shutdown/freeze, omdat liefde en angst ooit met elkaar verstrengeld waren.
Hechting helen: werken met je zenuwstelsel
Het mooie is: je hechtingsstijl is niet vast. Je kunt je zenuwstelsel helpen om verbinding als veiliger te ervaren. Dit doe je door veilige relaties aan te gaan en door traumaheling.
We helen niet in isolatie. Zoek mensen op die een veilige energie uitstralen. Dit kunnen vrienden, een partner of een therapeut zijn. Langzaam leert je zenuwstelsel dat verbinding niet gelijk staat aan gevaar.
Patronen die jaren zijn opgebouwd, verdwijnen niet in één dag. Je zenuwstelsel heeft tijd nodig om nieuwe verbindingen te maken. Elke kleine stap richting veiligheid is een overwinning.
Wil je dieper duiken in jouw patronen en leren hoe je je zenuwstelsel kunt ondersteunen? Een maatwerktraject kan helpen om je bewustzijn te vergroten en je lichaam en geest samen te laten werken in het creëren van gezonde relaties. Schrijf je in voor een gratis kennismakingsgesprek en ontdek wat bij jou past!